Al vroeg komen we ons bedje uit. Het hotelpersoneel blijkt echter nog niet wakker en we schatten in dat we pas vanaf 8 uur kunnen ontbijten. Dat blijkt te kloppen wanneer we een klein uurtje later het nog een keer proberen. Bij het ontbijt krijgen we ook gelijk onze kleren terug. Nog een beetje vochtig en ze zijn vergeten wasmiddel toe te voegen. Fantastisch is (en ruikt) het niet, maar beter dan niks. We zijn toch de hele dag buiten en niemand heeft er last van. We kunnen er weer tegen aan. De hoge bergen laten we achter ons en we verwachten een gemakkelijke dag. We zijn blij verrast als we er achter komen dat we toch nog wat mogen klimmen vandaag. Weliswaar niet zo lang als gisteren, maar onze spieren moeten toch nog aardig aan de bak. Grote delen van de route gaan vandaag langs drukkere wegen en het is allemaal wat dichter bevolkt. Begin van de middag rijdt Richard lek over een onopgemerkte steen op de weg. Snel verholpen en we planken weer verder. Later in de middag kopen we langs de weg nog wat fruit. In een stadje een stuk verder beginnen we gulzig aan de appels. Richard neemt een hap en schrikt zich rot als hij een mier uit de appel ziet komen. Daarna komen er nog twee naar buiten gekropen. Ook in de andere appels hebben de mieren een huisje gebouwd. Bon appetit! We slaan ons kamp op in het wild aangezien we de luxe van de afgelopen dagen beu zijn. Lekker tentje opzetten, eigen potje koken, wassen in een riviertje en morgen wakker worden met pijn in alles. Wat wil je nog meer. Richard heeft net de tent op gezet en Thijs verzorgt een goddelijke pastamaaltijd. Na het eten even afwassen in de rivier, de mieren van ons afslaan, vroeg de tent in en morgen er vroeg weer uit en flink wat kilometers maken. Mere Neagre here we come!
(Rust)Dag 7 – vrijdag 13 juli 2012 – Vatra Dornai naar Sucevita – 90 km
Vandaag is onze rustdag. We moeten op zoek naar een plek waar we onze kleren kunnen wassen. Na een vorstelijk ontbijt in ons prachtige hotel gaat Thijs nog even naar de kapper in de stad. Rond half 11 checken we uit. Bij vertrek krijgt Thijs aan de receptie van het hotel te horen dat hij de 1 lei 40 aan toeristenbelasting nog moet betalen. Bij het inchecken zou de kamer eerst 170 lei kosten. Even later was het 190 lei. De jongedame aan de receptie had het zwaar op haar eerste dag en moest een hoop uitgelegd krijgen via telefonisch support. Bij het afrekenen kwam er weer 1 lei 40 bij en was Thijs het zat. “No. Fixed price.” Zei hij tegen de receptiedame. En zo steken we die 1 lei 40 weer in ons zak. (30 cent) Vandaag krijgen we op onze rustdag de meeste klimmeters van de vakantie. Na 13 kilometer krijgen we na een eerste klim langs een drukke weg naar 1096m. Daarna afdalen en vanaf 700m opnieuw een klim over een rustigere weg naar een hoogte van 1040m.
Op onze rustplek op 600m eten we een watermeloen en een lekker ijsje. We maken de balans op en kijken waar we kunnen wassen. In Sucevita zou dat moeten lukken. We krijgen nog een flinke klim tot 1109m voor onze kiezen van tien kilometer met grote delen van 8%. Als twee gekken rijden we het laatste stuk omhoog naar de pas, Pasul Ciumarna. Daarna de helm weer op en uitkijken met afdalen door de slechte weg. In Sucevita vinden we een motel waar ze onze kleren willen wassen. We kunnen alleen niet met onze CreditCard betalen dus we moeten op zoek naar een bank. Richard heeft te horen gekregen dat 4 kilometer verder een bank zit. We stappen na onze was af te hebben gegeven op de fiets. Vlak naast ons hotel ligt een prachtig klooster met in het midden een enorme kerk vol met muurschilderingen in elk hoekje van het gebouw. Erg indrukwekkend.
We vervolgen onze weg op zoek naar de bank. Aan het eind van het dorp vraagt Richard opnieuw naar de bank bij de supermarkt. “No Banca.” We rijden enigszins geïrriteerd weer vijf kilometer terug naar het motel. We vragen nog een keer na en kunnen nu ineens wel betalen met de Credit Card. Lekker dan. We hebben in elk geval nu wel op onze rustdag 100 kilometer gereden. Bij het motel drinken we op het buitenterras met prachtig uitzicht een beertje en bestellen wat te eten.
Dag 6 – donderdag 12 juli 2012 – Panticeu naar Lunca Ilvei – 147 km
Gisterenavond is Richard nog even het dorp ingereden om een paar koude beren te halen bij de supermarkt. Ursus is latijn voor beer en het merk van de Roemeense biertjes waar we van genieten. Daarnaast lijkt het Roemeense bere, wat bier betekent ook weer veel op beer en is de cirkel weer rond. ’s Morgens wekt het getik van de regen op de tent ons. We draaien ons nog maar een keer om en als het droog is pakken we snel onze spullen in. Tijdens het ontbijt begint het weer te regenen, dus we stappen snel op de fiets. In de ochtend is er veel bewolking en af en toe wat lichte regen. Toch is het erg aangenaam met een temperatuur van 20 tot 25 graden. Na de geschoten beren van afgelopen avond heeft Thijs wat moeite om zijn ritme te vinden vandaag. In Nasaud begint het hard te regenen. We zoeken een terras op voor een lunchbreak en genieten we allebei van een enorme salade, veel heerlijk gekruide vers gemaakte frietjes en drie drankjes voor nog geen zes euro per persoon. Als we zijn uitgegeten schijnt de zon weer en is het ouderwets warm. We klimmen ‘gestaag’, zoals ons routeboekje het beschrijft, over een erg slechte weg. De omgeving is prachtig groen en we trekken langzaam verder de bergen in. Even na zessen komen we aan bij Lunca Ilvei waar we een stuk de trein moeten nemen aangezien er geen verdere wegen zijn. We hebben geluk. Er gaat een uur later de laatste trein. We rijden nog even het dorp in en drinken een beer op een terras waar de lokale bevolking en in het speciaal twee oude Roemenen erg geïnteresseerd zijn in onze avonturen.
De twee oude mannen zitten met een Fantafles gevuld met rum om en om een glaasje weg te tikken. Wie weet hoe lang ze hier al zitten. Het van onze spullen in de trein is een avontuur op zich. Het perron is laag en we moeten een meter omhoog in de trein klimmen. De tassen moeten er af en na een hoop gewurm zit alles dan in de trein. Met de trein rijden we naar Vatra Dornei waar we inchecken bij een viersterren hotel. We hebben een prachtig appartement met alles erop en eraan voor 21 euro per persoon. Na een overheerlijke douche gaan we nog even de stad in voor een pizza die we samen delen. We hebben net het nieuws ontvangen van de geboorte van Jesse (Djessie) van Thijs en Nance en we drinken nog een beer op de gezondheid van de kleine. Na de pizza is het alweer na twaalven als we terugkomen bij het hotel. Wat een dag weer.
Dag 5 – woensdag 11 juli 2012 – Campeni naar Panticeu – 156 km
We vertrekken weer redelijk op tijd. Vandaag volgen we voor een groot deel een stroompje bergafwaarts. We neuriën en fluiten dan ook regelmatig het welbekende liedje van Likki Lie. Bij de koffiepauze haalt Thijs brood bij een bakkertje waar hij het brood aangereikt krijgt door een klein luik op navelhoogte. Lekker praktisch allemaal. Als we in de middag onze lunchbreak willen houden begint het net te regenen als we onze broodje smeren. Deze onweersbui had de Lokhand twee dagen geleden al voorspeld. We zitten onder een boom die in het begin nog aardig wat tegen houdt. Bij de derde boterham is het verse brood echter veranderd in vochtig soepbrood, maar het smaakt nog prima. Als we uitgegeten zijn trekt Thijs voor het eerst zijn splinternieuwe regenjackie aan om verder te gaan. Nog geen minuut later is het ineens uit het niks droog. (en dat vond Richard erg grappig) We mogen nog een stukje klimmen en daarna volgt een erg druk stuk naar Cluj Napoca. In de stad is een prachtig plein waarnaast we van een heerlijke lemonada genieten. Daarna zelfgemaakt ijs van het huis wat als zandkasteeltjes uit elkaar valt en niet te eten is. Na een uurtje de stad uit fietsen komen we uit het niks ineens een loungecafe tegen. Lekker in de hangmat met een lemonada en dan weer verder. Het landschap is de hele dag, net als gisteren, fenomenaal. We genieten er enorm van. Geen campings op de route, dus we mogen weer wildkamperen. We gaan als een speer.
Dag 4 – dinsdag 10 juli 2012 – Buteni naar Campeni – 115 km
’s Morgens rijden we na een ontbijtje in het hotel direct de heuvels in. Het is wederom een prachtige dag, maar dankzij de bergen toch een paar graadjes koeler dan de dagen hiervoor. In de middag pauzeren we in Brad. We zien een paar gele auto’s en een fietser in een geel shirt. Voor ons is er na al deze voortekenen geen twijfel meer mogelijk. Bradley gaat de tour winnen. In Brad zitten we op een comfortabel terras waar elke paar minuten de sprinklerinstallatie aan gaat. Gelukkig niet met vijf liter per seconde, maar heerlijk fijn verstuifd. Na anderhalf uur is ineens bewolking en is daalt het kwik snel van 35 naar 28 graden. We besluiten snel door te fietsen. In de middag worden we nog getrakteerd op een stevige klim van 9 kilometer. Inmiddels schijnt de zon weer met een graad of 33. Als de kettingkrakers boven op de Buces Vulcan Pas zijn moeten ze hard lachen hoe ze elkaar in de klim verschrikkelijk gek aan het maken waren. Steeds weer een tandje erbij en overnemen. “Ik laat me niet kennen hoor.” Denken ze allebei. Vlakbij Abrud willen we een camping pakken, maar de plaats op onze routebeschrijving kunnen we niet vinden. Vlakbij Campeni vraagt Thijs bij een boer of we op zijn land mogen staan. We wildkamperen naast een riviertje waar we ons heerlijk kunnen wassen. Daarna weer een lekkere pasta en rond 10 uur slapen.
Dag 3 – maandag 9 juli 2012 – Csanadapaca naar Buteni – 130 km
Nog voor de zon op is komen we onze tent uitgekropen. Op naar de Roemeense grens. We zitten rond 5:40 uur op de fiets. We komen aan in Gyula (Jula) waar we een bakkie koffie op een terras willen doen. We hebben het idee dat de dag al in volle gang is, maar het is 7 uur en in het centrum is alles nog dicht. Even buiten het centrum is wat meer leven en vinden we een klein terrasje langs onze route. Bij de Roemeense grens moet de dienstdoende douanier even bij zijn baas checken of we wel door mogen. Nonchalant neemt de man onze paspoorten aan, roept haast onverstaanbaar onze namen en geeft vriendelijk de paspoorten terug. Na de grens merk je direct dat je in een geheel ander land bent. Het is gedaan met de fietspaden en een hoop vrachtverkeer raast ons voorbij. Daarbij is de vegetatie gelijk aardig anders en ziet alles er een stuk minder verzorgd uit. Het is een paar graadjes minder heet dan de afgelopen dagen. In het eerste stadje pinnen we onze Roemeense Lei. Richard heeft al weer aardige trek gekregen na 67km en haalt bij een bakker vier heerlijk uitziende cakes. De eerste lijkt op een cheesecake en blijkt niet te eten. Thijs neemt maar een broodje en ligt in een deuk als hij Richard hoort roepen: “Gadverdamme! Het smaakt alsof ik een baal shag zit te eten!” Daarna snel weer verder fietsen voor het te heet is. ’s Middags eten we een pizza tijdens onze siësta. Daarna fietsen we ruim een uur goed door voor we weer een break hebben verdient. Er zitten twee mannen op het terras waar we neerploffen met allebei een kan met geel sap, een rietje en een schijfje citroen erbij. Richard regelt dat de Kettingkrakers hetzelfde krijgen. Heerlijk smaakt het. Als we weg gaan wil Thijs toch graag weten hoe het drankje heet en hij houdt zijn notitieblok in de aanslag. Als antwoord krijgt hij: “Lemonade.” Hoe geniaal… We kwamen natuurlijk niet meer bij. Onze overnachting hebben we vlak voor de eerste grote heuvels van de Karpaten na 130km koers. We hebben een kamertje in iets wat vroeger de hooizolder was van het pand. Veel soeps is het niet. De drukloze douche is beter dan geen douche en een grasweide met toegang tot een riviertje waar we heerlijk kunnen zwemmen maakt veel goed. Na de douche kunnen we op een groot scherm op het terras nog net genieten van het laatste half uur van de tijdrit in de Tour. Prachtig!