’s Morgens rijden we na een ontbijtje in het hotel direct de heuvels in. Het is wederom een prachtige dag, maar dankzij de bergen toch een paar graadjes koeler dan de dagen hiervoor. In de middag pauzeren we in Brad. We zien een paar gele auto’s en een fietser in een geel shirt. Voor ons is er na al deze voortekenen geen twijfel meer mogelijk. Bradley gaat de tour winnen. In Brad zitten we op een comfortabel terras waar elke paar minuten de sprinklerinstallatie aan gaat. Gelukkig niet met vijf liter per seconde, maar heerlijk fijn verstuifd. Na anderhalf uur is ineens bewolking en is daalt het kwik snel van 35 naar 28 graden. We besluiten snel door te fietsen. In de middag worden we nog getrakteerd op een stevige klim van 9 kilometer. Inmiddels schijnt de zon weer met een graad of 33. Als de kettingkrakers boven op de Buces Vulcan Pas zijn moeten ze hard lachen hoe ze elkaar in de klim verschrikkelijk gek aan het maken waren. Steeds weer een tandje erbij en overnemen. “Ik laat me niet kennen hoor.” Denken ze allebei. Vlakbij Abrud willen we een camping pakken, maar de plaats op onze routebeschrijving kunnen we niet vinden. Vlakbij Campeni vraagt Thijs bij een boer of we op zijn land mogen staan. We wildkamperen naast een riviertje waar we ons heerlijk kunnen wassen. Daarna weer een lekkere pasta en rond 10 uur slapen.