Dag 12 was voor ons een welverdiende rustdag in het kleine paradijs. Thijs is op deze dag nog naar Galati geweest en kwam terug met een blik in zijn ogen alsof hij net bij de hellepoorten vandaan kwam. “Wat een stinkstad.” Na het ontbijt nemen de Kettingkrakers afscheid van Eric en de tolk en beginnen vol goede moed aan de laatste 280km tot aan Constanta. Na tien kilometer krijgt Richard weer een lekke band nadat hij KEIhard in een kuil van een put rijdt. Een wonder dat de wielen nog heel zijn. Aan de overkant van de weg gaan we even zitten bij een tankstation om wat te drinken en de band te wisselen. Richard wisselt de voorband met de achterband om achter een wat minder versleten band te hebben. Na de wissel gaat Richard nog even naar het toilet. Thijs vindt het na 15 minuten wel erg lang duren, maar ja… hij zit toch lekker een boek te lezen. Even later komt Richard met een grijns op zijn gezicht naar buiten. “Ik zat opgesloten in het toilet.” De mensen van het tankstation hadden Richard niet naar binnen zien gaan en vervolgens de deur naar de toiletten op slot gedraaid. Richard was op de deur aan het slaan, maar de mensen in van het station hadden even de tijd nodig om te achterhalen waar het geluid vandaan kwam. Even later zitten we weer op de fiets door de hel van Galati. Dramatisch slechte wegen en onoverzichtelijke verkeerspunten leiden uiteindelijk naar een rivier die we met een pontje oversteken. Met kunst en vliegwerk rijden gaan er met de pont een hoop vrachtwagens, busjes en personenauto’s mee. Het volgende stuk tot onze late middagbreak rijden we door de Donaudelta. We worden getrakteerd om mooie vergezichten en maken met veel korte klimmetjes toch nog flink wat hoogtemeters. In Tulcea genieten we van een flinke salade en de broodnodige drankjes. Richard regelt daarna Radio 1 op zijn telefoon. Met twee oortjes in en twee beren genieten de Kettingkrakers van een prachtige koninginnenrit door de Pyreneeën in de Tour de France, waar Valverde de etappe overwinning pakt. Daarna de laatste veertig kilometer naar de camping. In Tulcea moeten we nog wel om een kleine hindernis heen. Een enorme vrachtwagen die een wiek van een molen van 25 meter lang over een rotonde probeert te draaien blokkeert de weg voor het verkeer, maar wij rijden er net op tijd voorbij. Daarna is het keiharde koers naar de camping. Over pittige klimmetjes en tegen de wind in is het vechten tegen de ondergaande zon. Als de zon net achter de heuvels onder gaat ploffen de Kettingkrakers uitgeput neer op het gras van de camping. Daarna nog even wat chippies, soepstengels en een beertje, zodat we weer lekker kunnen slapen in ons tentje.